Rekentool klimaatopgave

In 4 stappen helder wat je moet doen

De gemeente Eindhoven stimuleert vergroenen. Hoe groener de ontwikkeling is met bijvoorbeeld een groen dak en weinig verharding, des te kleiner is de gevraagde waterbergingsopgave. Dit is vastgelegd in het paraplubestemmingsplan waterberging. Om de minimale waterbergingsopgave op privaat terrein te berekenen is er een rekentool ontwikkeld. Vul de gegevens van je ontwikkeling hieronder in. Zijn termen onduidelijk? Bekijk dan de begrippenlijst.

"Zo blijft onze stad in de toekomst klimaatbestendig en leefbaar"

Kerngegevens van het project

Geef in de kaart aan waar de ontwikkeling plaatsvindt door zo nauwkeurig mogelijk in het hart van het plangebied te klikken. Zoom daarvoor een aantal malen in door op '+' te klikken en schuif de kaart door deze te verschuiven met de muis ingedrukt, net zolang tot het plangebied duidelijk te herkennen is.

Je plangebied is kleiner dan 50 m². Er is dus geen waterbergingsopgave en je hoeft deze rekentool niet in te vullen. Maar uiteraard kan vergroenen ook je kleine plan prettiger leefbaar maken. Bekijk hier wat je zelf kunt doen.

Indien je ontwikkeling (< 150 m²) een regenwaterhergebruiktank van minimaal 3.500 liter toepast voor gebruik in een regenwatersysteem binnen de woning, voldoe je aan de waterbergingsopgave. Je kan direct door naar stap 4. Uiteraard is het nog steeds verstandig je plan te vergroenen: zie tegels-eruit-groen-erin voor voorbeelden.

Het keurbeleid van Waterschap De Dommel overstijgt deze rekentool. Zie Vastgestelde Legger Waterstaatswerken voor de watergangen van Waterschap de Dommel. Zie brabantkeur-verharde-oppervlakten hoe daar mee om te gaan. Maar uiteraard kan vergroenen het plan prettiger leefbaar maken. Bekijk hier wat te doen.

Welke klimaatrobuuste maatregelen worden binnen het plangebied gerealiseerd?

Zorg ervoor dat elke vierkante meter van de nieuwe inrichting van het plangebied inclusief het geveloppervlak gespecificeerd is om naar de volgende stap te kunnen gaan.
gespecificeerd
0 van 0
nog te specificeren
0

tuin

  • i

    Tuin(en) van woningen, appartementen of (bedrijfs)panden inclusief terras e.d. Totale oppervlak van voor- en achtertuin, exclusief oprit. (≥ 40 m² per tuin, opgeteld)

    Dit oppervlak moet minimaal 40 m² zijn
  • i

    Tuin(en) van woningen, appartementen of (bedrijfs)panden inclusief terras e.d. Totale oppervlak van voor- en achtertuin, exclusief oprit. (< 40 m² per tuin, opgeteld)

dak

  • i

    Schuin of plat dak met dakpannen of bitumen, gezien vanuit het platte vlak

  • i

    Schuin of plat dak gezien vanuit het platte vlak, waarin minimaal 60 mm water per m² dak in de substraatlaag geborgen kan worden. De waterafvoer van daken ≥150 m² dient altijd begrensd te zijn.
    Meer informatie over groene daken

  • i

    Schuin of plat dak gezien vanuit het platte vlak, waarin minimaal 45 mm water per m² dak in de substraatlaag geborgen kan worden. De waterafvoer van daken ≥150 m² dient altijd begrensd te zijn.
    Meer informatie over groene daken

  • i

    Schuin of plat dak gezien vanuit het platte vlak, waarin minimaal 30 mm water per m² dak geborgen kan worden. De waterafvoer van daken ≥150 m² dient altijd begrensd te zijn.
    Meer informatie over groene daken

  • i

    Schuin of plat dak gezien vanuit het platte vlak, waarin minder dan 30 mm water per m² dak geborgen kan worden.
    Meer informatie over groene daken

  • i

    Plat dak dat zo is ontworpen dat regenwater na een bui vertraagd wordt afgevoerd.

groen

  • i

    Bijvoorbeeld een (verlaagd) gezamenlijk plantsoen, dus géén individuele tuinen van woningen/appartementen (bij voorkeur struiken met bomen en geen gras) en in de volle grond.

  • i

    Totaal oppervlak aan particulier groen dat bij de ontwikkeling niet vervangen of aangepast wordt.

  • i

    Totaal oppervlak aan openbaar gemeentelijk groen dat bij de ontwikkeling niet vervangen of aangepast wordt.

overig

  • i

    Aantal m² sloot of vijver op eigen terrein dat zo is ontworpen dat het waterpeil kan stijgen tijdens een heftige regenbui, waarna deze later vertraagd kan leeglopen tot het oorspronkelijke waterpeil. Het gerealiseerde watervolume in m³ gerealiseerd tussen het normale standaard peil en de noodoverlaat (voordat die in werking treedt bij hevige neerslag) dien je op te geven bij stap 3.

  • i

    Bijvoorbeeld een weg of oprit met bijvoorbeeld asfalt/beton (= gesloten verharding) of klinkers/tegels (= aaneengesloten elementenverharding), óók waterdoorlaatbaar.

  • i

    Bijvoorbeeld een oprit of paden door gemeenschappelijk groen met schelpen, grauwacke, grasbeton, grind (= open (half)verharding). Duomix is niet waterdoorlaatbaar en valt onder gesloten- of elementenverharding

  • i

    Totaal oppervlak aan dak en/of verhard particulier terrein dat bij de ontwikkeling niet vervangen of aangepast wordt.

  • i

    Totaal oppervlak aan verhard openbaar gemeentelijk terrein dat bij de ontwikkeling niet vervangen of aangepast wordt.

gevel

  • i

    Het virtuele geveloppervlak vanaf 30 m boven het maaiveld tot de top van het gebouw, gezien vanuit het zuidwesten (dus het geveloppervlak boven 30 m geprojecteerd op een vlak haaks op en in de richting van de in Eindhoven overheersende zuidwestelijke windrichting).

    ⬆ Dit oppervlak moet groter dan 0 zijn.

verhouding groen/verharding

Hoe groener je plan, des te kleiner de opgave. Bekijk hier de mogelijkheden. Probeer te variëren of extra te vergroenen.

resterende waterbergings­opgave

0

 

Afhankelijk van de gekozen oplossing in stap 3 bedraagt de te realiseren berging tussen de 0 en 0 m³.

Er is 0 m² te weinig oppervlak gespecificeerd. Zorg ervoor dat het gespecificeerde oppervlak precies 0 m² is om naar de volgende stap te gaan.

Hoe los je de resterende waterbergingsopgave op?

Ontwikkeling in groenarme wijk

Eindhoven stimuleert groene en bovengrondse oplossingen in groenarme wijken. Je ontwikkeling vindt plaats in een groenarme wijk. De resterende waterbergingsopgave uit stap 2 wordt kleiner wanneer je hieronder kiest voor de eerste twee groene maatregelen (Extra substraatberging nieuw groen dak en Extra waterberging op maaiveld). Je krijgt dan een bonus van respectievelijk 20% en 30% per m³ bovenop wat je realiseert. Voorbeeld: om aan een opgave van 1000 m³ te voldoen, hoef je dus maar respectievelijk 834 m³ en 770 m³ te realiseren. Voor de derde, Extra waterberging in ondergrondse voorzieningen met leegloop op het gemeentelijk riool, een niet-groene maatregel, geldt een malus van 20% per m³; als je 10 m³ realiseert, telt deze maar voor 8 m³ mee.
Bekijk hier mogelijke oplossingen.

Zorg ervoor dat de nog te realiseren waterberging 0 of minder bedraagt om naar de volgende stap te gaan.

  • i

    Alleen toepasbaar bij groene daken met 30 mm waterberging per m² of meer. Dit oppervlak kan niet groter zijn dan het opgetelde oppervlak aan groen dak ingevuld bij stap 2. (In groenarme wijken: 20% bonus per m³). (Hogere) traditionele daken dienen via deze extra berging af te wateren.
    Meer informatie over groene daken

    mm over  
    ⬆ Dit oppervlak kan niet groter zijn dan m² (het totale oppervlak aan groen dak ingevuld bij stap 2).
    ⬆ Groene daken kunnen voor het invullen van de wateropgave tot maximaal 120 mm van extra substraat worden voorzien. Dikker mág, maar doet niet mee in het invullen van de wateropgave. Verlaag deze waarde tot maximaal 120 mm.
    ⬆ Let op: een extra substraatlaag van meer dan 10 mm mag alleen worden toegepast op het oppervlak van groene daken met meer dan 60 mm waterberging per m².
    ⬆ Een extra substraatlaag van meer dan 10 mm mag alleen worden toegepast op het oppervlak van groene daken met meer dan 60 mm waterberging per m². Dit oppervlak kan in dit geval dus niet groter zijn dan m².
  • i

    Tel alleen m³ tot aan de noodoverlaat en boven de gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) mee (of boven de bodem van de voorziening als die boven de GHG ligt).

  • i

    Watervolume in m³ gerealiseerd tussen de gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) of bodem van de voorziening (indien boven de GHG) en de noodoverlaat (voordat die in werking treedt bij hevige neerslag).

De vier onderstaande voorzieningen kunnen samen tot maximaal 0 m³ invulling geven aan of korting geven op de in stap 2 berekende waterbergingsopgave.

i

Indien het totale percentage groen in het plangebied meer dan 20% bedraagt, wordt als bonus het percentage waterberging dat opgelost mag worden door hierna te specificeren aanvullende voorzieningen van 6% verhoogd naar 33%.

  • i

    Indien de nieuwe boom voorzien wordt van minimaal 6 m³ ondergrondse groeiruimte vult de boom tot max. 0,75 m³ (per boom) de waterbergingsopgave in.

    stuks
  • i

    Nestkastjes en dergelijke. 0,2 m³ waterberging per voorziening.

    stuks
  • i

    Gevel voorzien van systeem om beplanting blijvend op een gevel te laten groeien. Tot maximaal 0,02 m³ waterberging per m² toegepaste groene gevel.

  • i

    Maximaal 1 per woning, inhoud minimaal 300 liter

    stuks

Gerealiseerde waterberging door deze 4 maatregelen:
0 van max. 0

gerealiseerde extra waterberging: 0 van minimaal 0

nog te realiseren waterbergings­opgave

0

Jij bent goed bezig, jouw plan draagt bij aan waterberging!

Download het resultaat, werk het uit en voeg het bij de aanvraag omgevingsvergunning

Geef in het ontwerp o.a. duidelijk aan waar de verschillende soorten oppervlakken gerealiseerd zullen worden.

i

Zie ook het downloadformulier voor welke tekeningen er naast dit formulier verder aangeleverd moeten worden.

Het duurt een aantal seconden om de PDF te genereren.

Download resultaat